“Oké jongens en meisjes kom allemaal even bij elkaar. We gaan nu twee teams maken. Rik en Marieke willen jullie even met zijn tweeën naar voren komen? Om de beurt mogen jullie iemand kiezen. Totdat er niemand meer overblijft.”
Die ‘niemand die overbleef’ wilde niemand zijn. Het was voor een aantal mensen misschien wel het meest gevreesde moment van hun basisschool en middelbare schoolcarrière: als laatste gekozen worden bij gym. Al die 20 leerlingen die naast elkaar op een lijn stonden, hopende dat zij deze keer niet als laatste over zouden blijven. Met je hart bonkend in je keel, zwetende handpalmen en knikkende knietjes, moest je machteloos toekijken tot je verlossing hoorde in de vorm van je naam.
“Ik kies… Bestweter!”
“Yes! Als derde gekozen.” Het was altijd weer een opluchting. Als laatste gekozen worden bij gym was vervelend. Dat wilde je niet. De mensen die als laatste gekozen werden verdienden niet de populariteitsprijs op school. Als je mag spreken van een zekere sociale hiërarchie op scholen, dan stonden de mensen die als laatste gekozen werden niet eens op de ladders. Zij waren de personen die onder de ladder doorliepen en een pot verf op hun hoofd kregen van de populaire kinderen, om vervolgens met 7 jaar extra ongeluk hun schoolloopbaan te moeten vervolgen.
(Overdrijf ik? Kijk maar eens op www.schoolgymsucks.wordpress.com en lees ‘De hel die gymles heet: PTSS mag je dat gerust noemen’ of kijk eens tussen de reacties. Mensen die de pensioensgerechtigde leeftijd al bereikt hebben delen hun traumatische ervaring met gymles op de basisschool. Ik overdrijf niet.)
Als middelbare scholier dacht ik niet zoveel na bij deze omgekeerde afvalrace. Dat kwam omdat ik zelf redelijk kon sporten. Alle ‘losers’ die niet gekozen werden moesten maar beter hun best doen. Bovendien, wat was er zo erg aan als laatste gekozen worden? Uiteindelijk belandde je toch altijd bij een team. Ik snapte het probleem niet echt.
Na onlangs een aantal hospiteeravonden te hebben bijgewoond, snap ik wat het laatst gekozen kind met gym meemaakte. Het werd me ook duidelijk dat ik een enorme lul was vroeger. Maar dat terzijde.
Bij hospiteeravonden draait alles om het presenteren van jouw optimale zelf. Althans, wat jij als optimale zelf binnen een bepaald situatie beschouwd. Helaas is de representatie van jouw perfecte shiny self geen garantie op succes. Vaak komt het neer op het hebben van een ‘klik’. Aangezien een ‘klik’ hebben haast onmogelijk te definiëren is, is het moeilijk om jezelf voor te bereiden op een hospiteeravond. Een klik hebben met iemand kan je immers niet aanleren.
“Het gevolg is dat jij enorm je best doet om de optimale versie van jezelf te zijn en de kans loopt dat jouw ‘optimale zelf’ afgewezen wordt. Pijnlijk.”
De sfeer die voorvloeit uit het samenbrengen van deze ‘optimale zelven’ op een kijkavond is op zijn zachts gezegd eigenaardig te noemen. Als hospiteeravonden dieren zouden zijn, dan zouden het bloedzuigers zijn met een selectieve eetstoornis. Ze gedijen op cortisolsverzadigd bloed van gespannen adolescenten. Deze avonden zijn vergelijkbaar met een soort open sollicitaties, waarbij je met alle sollicitanten in één grote low-key competitieve slangenkuil wordt gegooid. Iedereen doet zijn uiterste best om op een niet try hard manier zoveel mogelijk indruk te maken op de verhuurders en een gooi te doen naar die felbegeerde vierkante meters.
Hospiteeravond. Bij het uitspreken van het woord krijg ik een bittere smaak in mijn mond. 7 hospiteeravonden en 0 kamers verder kan ik niets anders dan de frustraties van me afschrijven. Hospiteren voelt net als als laatste gekozen worden bij gym. Het verschil is dat je bij hospiteren het gevaar loopt helemaal niet gekozen te worden. Daar sta je dan. In je eentje op de gele lijn van de gymzaal.
Dit artikel schrijf ik zonder meer voor mezelf. Ik ben na 7 hospiteeravnden namelijk weer een illusie armer. Het is moeilijker dan ik dacht. Daarnaast deel ik mijn ervaringen om jullie – mijn mede-hospiteerders – een hart onder de riem te steken. Hopelijk kunnen we samen lachen om de bizarre dingen die we met hospiteren meemaken. Want die zijn er ook. Ik zal aftrappen.
Mijn eerste hospiteeravond was in Amsterdam. Het was een kamer van 12 vierkante meter voor €580,-. Een koopje dus. Keelschraap. Maarja hartje Amsterdam en op steenworp afstand van het Vondelpark. Zonde om te kieskeurig te zijn. Na twee uur reizen stond ik voor een enorm herenhuis. Adem in, adem uit en *ding dong*.
“Yo welkom in ons nederige stulpje pik! Uit Limburg kwam je toch? Of was het eindhoven?”
“Breda, maar dat is allemaal één pot nat toch haha” zei ik om de grap te maken voordat hij het kon doen.
“Oh sorry man. Breda inderdaad. Goede reis gehad?”
“Twee uur onderweg geweest van deur tot deur. Wel de moeite waard als ik het zo zie. Ik zou een rondleiding willen hebben, maar ik maak eerst even een korte sanitaire pitstop”
“Tweede deur links pik”
“Thanks”
Mijn twee uur opgehouden plas verdwijnt gorgelend in de afgebladderde Amsterdamse rioleringsbuis. Dat lucht op. Met een ontspannen blaas en een gespannen gevoel loop ik richting het geroezemoes. De plek waar ik mijn vier potentiële huisgenoten hoor praten. Ze variëren in leeftijd van 25 tot 29 jaar. Allemaal hadden ze gestudeerd aan de Technische Universiteit in Delft.
Geen van allen had – ondanks de verzadigde mannelijke populatie en afgaand op hun verhalen over scharrels – problemen gehad met het regelen van vrouwen. Problemen met zuipen hadden ze ook niet. Ze waren immers allen lid geweest. Tussen de verhalen over het regelen van vrouwen en overmatige pilscomsumptie door, hoorde je randsteedse work hard, play hard mentaliteit terugkomen. De jongens keken niet op van een 60 urige werkweek en lieten terloops vallen hun glansrijke carrières te danken te hebben aan hun old boys network.
Ik voelde me een felroze 25-jarige knor tussen al deze pilscobra’s. Één van de heren besloot om mijn prominentheid te peilen:
“Ben jij ook lid geweest?”
“Twee maanden Brazzers. Maar dat liep via een free trial die ik van een vriend had gekregen. Ik heb nog wel een inlog voor je liggen mocht je geïnteresseerd zijn.”
“Nee dank je. Maar echt lid lid bedoel ik. Actief geweest bij een vereniging?”
“Euhm, een keertje op introkamp geweest omdat mij verteld werd dat bier daar één euro kostte en de vrouwen nog goedkoper waren”
“Maar geen lid dus?”
“Nee pik”
Hoewel het een hele gezellige avond was – en ik goed met de jongens op kon schieten – merkten beide partijen dat het geen match was. Een beetje als een pizza margherita met een extra topping van slagroom met chocoladesiroop en hagelslag. Afzonderlijk niet te versmaden, alleen gemengd geen ideale combi. Dit viel de jongens zelf ook op.
Na 2 biertjes begon één van de heren zijn armen net iets te opvallend te strekken, waarop een andere heer hem vroeg of hij moe was. Hij bekende dat hij er deze week al 21 uur op had zitten en dat het pas dinsdag was: “Net teruggekomen uit Seattle afgelopen zondag en nog steeds jetlaggie. Ik ga zo aftaaien”. Alle vier de heren knikten instemmend toe. “Ja wij gaan ook zo slapen. Morgen weer vroeg op.” Aangezien ik ook moe werd van de grote verhalen besloot ik om de ‘subtiele hint’ op te pakken. “Ik moet er ook zo vandoor jongens. Morgen weer vroeg uit de veren.”
Omdat ik zo druk bezig was met indruk maken op mijn huisgenoten in spé, vergat ik de tijd in de gaten te houden. De laatste trein richting Breda vertrok om 23:07 uur. Ik stond op het station om 23:45 uur stipt. De volgende trein richting Breda vertrok pas weer om 3:45 de volgende dag. Na een paar tevergeefse belletjes naar vrienden in Amsterdam die niet opnamen, besloot ik mijn lot te accepteren. Het werd een lange nacht. Terug naar het ouderlijk hol.
Inmiddels was het alweer bijna 8 uur later. Om 7:10 uur ’s ochtends kon ik weer bij mijn ouders thuis onder de dekens kruipen. Maar niet eerst zonder mijn moeder die naar haar werk toe ging een goedemorgen te wensen. Gotta love hospiteren.
De hospitoon was gezet. Na deze eerste kijkavond volgden er nog zes. Tijdens – en vooral na – deze avonden heb ik veel geleerd over hospiteren. De belangrijkste les is waarschijnlijk ook het meest cliché: blijf jezelf. Maar dan wel de beste versie. Ik ben bij een kijkavond geweest waar ze op blote voeten door de kamer gingen en ’s winters in hun t-shirt konden blijven lopen omdat ze genoeg festivalbandjes droegen om hun onderarmen warm te houden. Bij een andere kijkavond was ik omgeven door vrouwen en vroeg ik mezelf af waarom uitgerekend ik als enige (heteroseksuele) man was gekozen. Poor me. Er zijn ook kijkavonden geweest die meer weg hadden van een huisfeest dan een kennismaking – entree betalen en muntjes kopen was nog net niet verpicht. Een andere kijkavond loste dit op door een BYOB beleid te hanteren: “Voor de klapstoelen en zoute stokjes zorgen wij wel hoor! Geen probleem 😉 p.s. Niet vergeten een lekker flesje drank mee te nemen <3”
Aanpassen aan de mensen waar je gaat hospiteren heeft geen zin. Anders vrees ik dat je vroeg of laat in een identiteitscrisis terecht komt. De kunst is om terughoudend te zijn over je mindere eigenschappen, maar mensen de indruk te geven dat ze alles gezien hebben. Nu adviseer ik je niet om jezelf sociaal wenselijk te gaan gedragen. Niemand zit namelijk te wachten op een kandidaat die zegt een passie te hebben voor stofzuigen en gratis voetmassages uitdelen, terwijl hij het liefste naar Slayer luistert in een fort van pizzadozen en alleen zijn kamer uitkomt voor de pizzakoerier. In dat geval houd je je huisgenoten niet alleen voor de gek, maar jezelf ook. Uiteindelijk zijn dit de personen waar je mee samen moet leven. Jezelf blijven dus.
Hospiteren kan je eigenlijk niet leren. Het is onmogelijk om jezelf aan te leren dat iedereen je mag. Er zijn nou eenmaal veel verschillende soorten mensen, dus de kans bestaat altijd dat er geen match is. Zelfs als er al een selectie aan de poort is gemaakt op basis van jouw motivatie, foto’s en social media accounts, loop je alsnog de kans dat er geen match is. Zolang je dit risico incalculeert, hoef je geen gezichtverlies te lopen.
Bedenk dat zelfs de mensen die als laatste gekozen zijn bij gym, het nog aardig ver geschopt hebben. Afwijzing hoort bij het leven. Het betekent niet dat je niet goed genoeg bent; het betekent dat de anderen niet zien wat je te bieden hebt. Uiteindelijk past in iedere deurpost een geschikte deur. Hopelijk hoef je deze deur niet eerst zelf te verdienen.
p.s. als je uit Brabant komt en je mogelijke huisgenoten in spé van een presentje wilt voorzien: niet doen. Het is niet mogelijk om indruk te maken met deze vorm van omkoping. Niemand gaat geloven dat je een ander motief hebt dan slijmen. Zelfs niet als je het verkapt brengt bij wijze van ‘een ludieke actie’. Probeer je Brabantse stempel niet op een naast het Vondelpark gelegen young-urban-professional-onderkomen te drukken door een fles ‘Brabants Vaarwater’ te schenken. Gewoon niet doen dus.
Laat een antwoord achter
Je moet ingelogd zijn om een bericht achter te laten.