Half 6. Klaar met werk. Ik pak de trein vanuit Gouda richting Breda. Na dik een uur rijden kom ik aan in Breda. Mijn maag rommelt alsof ik een week niet heb gegeten, dus ik besluit om onderweg naar huis langs de Appie te rijden. Aangezien mijn maaginhoud rechtstreeks gekoppeld zit aan mijn humeur ben ik niet in al te beste stemming. Ik denk nog maar aan één ding en dat is eten.

Ik sta voor de AH. Het geluid van de kwasten onder de blauwe schuifdeuren die schrapen over de grond doen me goed. Ze hebben me geconditioneerd. Zodra ik dit geluid hoor leg ik meteen de associatie met eten. Mijn blik valt bij binnenkomst rechtstreeks op een pak verse ravioli 5 formaggio. De oranje bonuskaartjes lachen met toe. Mijn hand reikt richting de glazen pui van de koelcel als mijn prenatale droom nog lek wordt geprikt voor hij in vervulling kan gaan.

‘Hé Zowie jij ook hier!’ Voor me staat een gast van 1 meter 90 met fijn krullend haar. Fuck het is Tim, zeg ik in mezelf. Daar zat ik nou net niet op te wachten. Even twijfelt mijn instinct of het in fight, flight of freeze modus moet schakelen. Helaas is mijn instinct niet heldhaftig genoeg vandaag. Ik blijf staan. Bevroren. Mijn lot accepterend.

‘Yooo Tim! Hoe is het met jou dan?’ zeg ik op een nogal geforceerd oprechte manier. Ik hoop dat hij niet kan zien hoeveel moeite deze lach me kost. ‘Ja lekker hoor, met jou dan baas?’ ‘Ja prima, prima.’ zeg ik. Dit is het moment waarop je een gesprek kunt maken of breken. Maar aangezien ik al ongemakkelijk lang na aan het denken ben óf en hoe ik onder deze situatie uit kan komen, is mijn kans om het gesprek vroegtijdig de kop in te drukken verkeken.

Al sinds 2012 heb ik hem niet echt meer gesproken. De laatste keer dat ik hem sprak zat ik samen met hem in een projectgroepje voor het vak Hersenen & Gedrag. Toen hadden we al weinig gemeen, dus ik verwacht niet dat de afgelopen 5 jaar in een totaal andere omgeving verkeren veel goeds heeft gedaan.

‘En wat doe je nu allemaal zoal?’ vraagt hij aan me. Mijn maag knort chagrijnig. Mijn hele lichaam geeft chagrijnige cues af. Ik heb moeite om mijn wangen geforceerd omhoog te blijven houden. Ik zou ze willen opstutten met tandenstokers. De lach op mijn gezicht is op dit moment kunstmatiger dan de witte broodjes op een euroknaller. ‘Veel werken. Druk, druk, druk. Je kent het wel. Vandaag ook weer zware dag gehad. Pfff… Blij dat ik nu eindelijk rustig thuis ben en snel wat kan gaan eten.’ zeg ik een niet al te subtiele beklemtoning. ‘Een beetje rust heb ik wel verdiend. Zometeen lekker naar huis. Poe poe.’ Ik hoop dat hij mijn hint oppakt.

‘Tof man. Ik werk nu in Veldhoven waar ik mensen met een verstandelijk beperking begeleid bij fysieke activiteiten. Het geeft echt heel veel voldoening. Vooral als je ziet hoe snel ze vooruit gaan… [Brein van Bestweter: ‘Shit hij pakt de hint dus niet op] en dat ze echt progressie ma… Dat is gewoon het allermooist van di… zit nu zo’n 2 jaar da… en… Veldhoven is echt een leuke stad…. Collega’s zijn ook super en… nooit heb ik… dus.. en daarom… maareuh’ Mijn gedachten dwalen geleidelijk af. Het luchtledige in. Ver weg van Tims mond. Op een plek waar zijn woorden niet kunnen overleven.

Terwijl hij aan het praten is kan ik niet voorkomen om zijn gezicht nader te bestuderen. Zijn kapsel lijkt op dat Bach. Als ik hem zo bekijk lijkt hij een beetje op een wandelend schilderij van adel. Een welvarend goed doorvoede aristocraat. Mocht zijn kapsel wit zijn geweest dan had hij zo in mijn geschiedenis boek gekund met een rood-witte cape om hem heen en een paar Romeinse cijfers achter zijn naam.

Fuck. Het gesprek. Mijn gedachten zijn wederom op een perron 66 beland terwijl Tim nog rustig door aan het tuffen is op spoor 1. ‘Waar waren we? Waar waren we ook alweer?’ vraag ik aan mezelf in lichte paniek. ‘Denk Brein, denk’.

Tim kijkt me hoopvol aan. Ik zie aan zijn ogen dat hij iets van me verwacht. ‘Wat kan ik doen om mezelf hieruit te redden. Brein denk nou! Albert Heijn.. Eten.. Koeling… Oh ja pasta! ‘Dus jij ook aan de pasta vanavond Tim?’ vraag ik, terwijl ik denkbeeldig op mijn knieën ga voor mijn breins improviseringsvermogen.

Hij begint te lachen. ‘Ja mijn vriendin is veganist, dus ik moet creatief zijn met wat ik meeneem. Anders heb ik thuis ruzie vanavond. En je weet wat dat betekent hahahaha’ Met grote rode blossen op zijn wangen kijkt hij me hoopvol aan. Zijn ogen lijken te smeken om een lach op mijn gezicht. Eerlijk gezegd heb ik geen idee waar hij het over heeft. Ik besluit niet de moeilijkste te zijn vandaag. Ik lach mee. ‘Hahahaha ja en of ik dat weet.’

Ik heb werkelijk waar geen idee waar hij het over heeft.

Zou hij nou bedoelen dat zijn vrienden seks als pressiemiddel gebruikt..? Of is zijn vriendin een harige veganistische Grizzly van 2.30 meter en wil hij gewoon geen klappen vangen vanavond. Brein! Stop met afdwalen. Kan hij niet koken en krijgt hij daarom ruzie. Wordt zijn vriendin boos omdat hij weer de Perline Priosciutto Crudo mee heeft genoemen en carbonara saus met kleine stukjes spek erin.

Op dat moment klinkt er een gedempte ringtone. Thijs grijpt meteen naar zijn zak. ‘Het is mijn vriendin,’ zegt hij. ‘Die zal wel willen weten waar ik blijf.’ Yes, saved by the bell, denk ik. ‘Ik moet even opnemen Bestweter. Het was echt super gezellig. Leuk je weer even gesproken te hebben.’

‘En by the way, we moeten binnenkort echt eens een drankje doen man.’

‘Ja goed plan.’ zeg ik. Wetende dat pasen en pinksteren nog eerder op één dag zullen vallen. Of dat Doutzen Kroes een grote Aardbeienmilkshake in combinatie met een medium voordeelmenu bij de Maccie bestelt. Tim loopt bellend weg. Voordat hij uit het gangpad verdwijnt draait hij nog even zijn hoofd 180 graden over zijn schouder om een knipoog te geven. Hij strekt zijn rechterarm daarbij uit als een volleerde profvoetballer om me zo’n loodrecht duimpje te geven. Dan verdwijnt hij richting de soep en conserven.

Eigenlijk weet ik diep in mijn hart dat Tim precies hetzelfde gevoel had als ik. Maar waarom stelt hij dan toch voor wat te gaan drinken?

Iemand die voorstelt om ‘binnenkort echt eens een drankje te doen’ – zoals Tim – kan daarmee drie dingen willen zeggen:

  • Hij vindt je een saaie lul en wil het gesprek afkappen op een sociaal geaccepteerde manier
  • Hij heeft niet werkelijk de intentie om af te spreken, maar stelt de interactie dermate op prijs dat hij het geeft als een soort compliment
  • Hij heeft echt de behoefte om samen een drankje te doen (zeldzaam)

De meeste personen die voorstellen om  ‘een drankje te doen’ vallen in de eerste categorie. Ze vinden je een saaie lul en jij vindt hun ook een saaie lul. In dat geval hebben we te maken met een totaal onbegrijpelijk voorstel.

Als  iemand die ik niet mag voorstelt om een drankje te gaan doen, moet ik weer zeggen ‘ja, lijkt me leuk!’ met een intonatie alsof ik had gedacht dat hij het nooit zou vragen. Mensen die in categorie wederzijds-ontbreken-klik vallen: dwing me alsjeblieft niet om te liegen. Het is een voorstel waar we beiden diep ongelukkig van worden. Waarom leg je de verantwoordelijk bij mij om deze lelijke en ongelukkige babykitten-interactie de nek om te draaien.

 

 

warme apfelstrudel met slagroom Bestweter

Uit ons samenzijn kan niks anders bloeien dan een warme Apfelstrüdl met slagroom op een zonnige zomerdag.

Mensen zadel elkaar niet op met een hoop slechte karma in de vorm van zielige leugens. Zeg elkaar waar het op staat. Jullie hebben het nooit leuk gehad samen en dat zal nu wederom niet het geval zijn. Als jullie persoonlijkheden de potentie hebben om samen een appartement aan het Leidseplein bij elkaar te vloeken is het geen slim idee om te vragen om iets te gaan drinken. Jullie matchen als tandpasta en sinaasappelsap.

Dus als iemand in het vervolg zegt:

‘We moeten binnenkort echt eens een drankje gaan doen.’ zeg jij ‘Ik moet godverdomme helemaal niks.’

Althans, zo zou Hans het denk ik oplossen:

Comments

comments

Laat een antwoord achter